maandag 29 maart 2021
om 19:30
Vesperdienst
Voorganger(s): Ds. Theo Menting, ds. Gerjanne van der Velden,ds. Jan Fischer, ds. Henriëtte Nieuwenhuis
Tekst(en): Klaagliederen 1: 1-9. Filipenzen 2, 1-11
Organist: Joop Agelink, Jos Thomassen
PROTESTANTSE GEMEENTEN
Silvolde, Etten-Terborg-Ulft, ’s Heerenberg-Zeddam, Gendringen-Bontebrug
Vesperdienst
Maandag 29-03-2021 2021 - 19.30 uur - uitzending via www.kerkdienstgemist.nl
vanuit de protestantse kerk in ‘s Heerenberg
voorgangers: ds. Theo Menting, ds. Gerjanne van der Velde, ds. Jan Fischer, ds. Henriëtte Nieuwenhuis
organist: Joop Agelink, Jos Thomassen
U kunt de orde van dienst hier downloaden.
Als u deze dan uitprint kunt u de dienst op het hele scherm van uw computer, tablet of telefoon zien.
Orgelspel
Stilte
Aansteken van de kaarsen
Openingsvers
V: O God, keer U om naar ons toe
en doe ons weer leven met hart en ziel.
A: LAAT ONS, O HEER, UW LIEFDE ZIEN
EN GEEF ONS UW HEIL!
Psalmgebed – lied 27b: 1,3,6,7
Lezing: Klaagliederen 1:1-9
Ach, hoe eenzaam zit zij neer, de eens zo levendige stad. Een weduwe
is ze geworden, zij die groot was onder de volken, de vorstin van de
gewesten is tot slavernij vervallen. Heel de nacht weent zij, haar
wangen zijn nat van tranen. Er is niemand die haar troost, niemand van
haar vele minnaars; geen vriend bleef haar trouw, allen zijn haar
vijandig gezind. Juda is verbannen na een tijd van nood en zware
onderdrukking; zij zit neer te midden van de volken, maar vindt geen
rust: haar vervolgers belagen haar, drijven haar in het nauw. De wegen
naar Sion treuren, er zijn geen feestgangers meer. Haar poorten liggen
verlaten, haar priesters zuchten, haar meisjes zijn bedroefd. En zijzelf:
bitter is haar lot. Haar vijanden zijn heer en meester, zo zeker van
zichzelf. De HEER heeft haar dit aangedaan om haar vele
overtredingen. Haar kinderen zijn gevangen weggevoerd, voor de
vijand uit. Sion heeft al haar glans verloren. Haar leiders zijn als herten
die geen weidegrond meer vinden. Ze zijn gevlucht, van al hun kracht
beroofd, voor hun vervolgers uit. Jeruzalem denkt ten tijde van haar
nood en haar zwervend bestaan aan alle kostbaarheden die zij
vanouds bezat. Toen haar volk in handen van de vijand viel, schoot
niemand haar te hulp; de vijanden die haar zagen, lachten om haar
ondergang. Haar zware zonden maakten Jeruzalem tot een voorwerp
van spot; wie haar eerden, verachten haar, nu ze haar naaktheid zien.
En zij, zij kreunt en zucht en wendt zich af. Haar onreinheid kleeft aan
de zoom van haar kleed. Dit einde had ze niet voorzien. Ontstellend
diep is zij gezonken, er is niemand die haar troost. -HEER, zie toch mijn
nood, zie hoe de vijand zich verheft.
Orgelspel
Lezing: Filippenzen 2:1-11
Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er
onder u zo'n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming
en medelijden, maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn,
één in liefde, één in streven, één van geest. Handel niet uit
geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de
ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor
ogen, maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid heersen
die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn
gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de
gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens
verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de
dood-de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven en
hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de
naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en
onder de aarde, en elke tong zal belijden: 'Jezus Christus is Heer, 'tot
eer van God, de Vader.
Stilte
Lied ‘Leer mij o Heer, uw lijden recht betrachten’
1. Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten
in deze zee verzinken mijn gedachten:
o liefde die, om zondaars te bevrijden,
zo zwaar moest lijden
2. 'k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen,
tot in de dood als mens gehoorzaam wezen,
in onze plaats gemarteld en geslagen,
de zonde dragen.
3 O allerheiligst, onuitspreeklijk wonder:
de Rechter zelf gaat aan het recht ten onder.
O wreed geding; wie kan geheel doorgronden
de vloek der zonden.
Avondgebed
Geef mij, goede Jezus, Uw genade: laat die mij
begeleiden bij mijn arbeid, ook bij mij blijven tot
aan het einde toe.
Sta mij toe altijd dat te verlangen en te willen
wat voor U het meest aanvaardbaar is en wat U
het meest behaagt.
Laat Uw wil mijn wil zijn en mijn wil de Uwe altijd
volgen en daarmee volkomen één zijn.
Laat mijn willen en niet-willen hetzelfde zijn
als bij U
Geef mij boven alles wat ik verlang, tot rust te
komen in U en laat mijn hart in U de vrede vinden.
Gij zijt de ware vrede voor het hart; Gij de enige rust.
(Thomas a Kempis)
Stilte
Onze Vader
Lied 557: 1,2,3
Zegenbede
V: De Heer schenke ons zijn zegen,
Hij beware ons voor onheil
en geleide ons tot eeuwig leven.
A: AMEN.
V: Loven wij de Heer.
A: WIJ DANKEN GOD!
Orgelspel
|