woensdag 21 september 2022 om 19:30Woensdagavondgebed vanuit de Protestantse Kerk in SilvoldeVoorganger(s): Ds.Jan Fischer, Ds. Gerjanne van der Velde, Ds. Theo Menting Tekst(en): Lucas 16:19-31 Organist: Wilco Kleinhesselink
WOENSDAGAVONDGEBED voorgangers: ds. Gerjanne van der Velde, ds. Theo Menting.Ds. Jan Fischer Als u hier klikt, opent zich een nieuw venster en kunt u de dienst live meebeleven. U kunt de orde van dienst hier downloaden. Als u deze dan uitprint kunt u de dienst op het hele scherm van uw computer, tablet of telefoon zien. ================================================================================= ORGELSPEL STILTE AANSTEKEN VAN DE KAARSEN OPENINGSVERS: V. God, behage het u mij te redden. A. Heer, kom mij haastig te hulp. V. Eer zij de heerlijkheid Gods: Vader, Zoon en heilige Geest. A. Zo was het in den beginne, zo zij het thans en voor immer, tot in de eeuwen der eeuwen. Amen. HYMNE – LB 146 c: 1,2,3 1 Alles wat adem heeft love de Here, zinge de lof van Israëls God! Zolang ik hier in het licht mag verkeren, roem ik zijn liefde en prijs mijn lot. Die lijf en ziel geschapen heeft worde geloofd door al wat leeft. Halleluja! Halleluja! 2 Vorsten zijn mensen uit aarde geboren, zij keren eens tot de aarde weer; rijkdom en macht, het gaat alles verloren, niemand gedenkt hun daden meer. Machtigen wankelen in hun waan, – roepen wij dan de Here aan. Halleluja! Halleluja! 3 Welgelukzalig is ieder te noemen, die Jakobs God als helper heeft! Wat zou hem schaden, wie zou hem verdoemen, die dag aan dag met Christus leeft? Wie met de Heer te rade gaat, die staat Hij bij met raad en daad. Halleluja! Halleluja! PSALMGEBED – 103 Duren zal de liefde van God voor allen die zijn woord aanvaarden en het volbrengen. Hij roept mij weg uit het graf. Mijn jeugd herleeft als een arend. Alle verdrukten doet Hij recht, oprijzende liefde. Hij kent ons. Hij vergeet niet dat wij zijn: stof van de aarde. Zonsopgang is Hij, vergeving wijd als het westen en oosten. Mensen hun dagen als gras, bloemen in open veld, de wind waait, ze zijn verdwenen, wie weet waar ze hebben gestaan. Duren zal de liefde van God voor allen die zijn woord aanvaarden en het volbrengen. ORGELSPEL SCHRIFTLEZING – Lucas 16: 19-31 Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dopen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. Bovendien ligt er een wijde kloof tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de Profeten: laten ze naar hen luisteren!” De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”’ STILTE LIED – LB 718 1 God, die leven hebt gegeven in der aarde schoot, alle vrucht der velden moeten we U vergelden, - dank voor ’t dagelijks brood. 2 Niet voor schuren, die niet duren, gaf Gij vruchtbaarheid, maar opdat op aarde, in uw goede gaarde, niemand honger lijdt. 3 Maar wij rijken, ach, wij blijken hard en onverstoord. Open onze oren, Heer, opdat wij horen ’t roepen aan de poort. 4 Wil dan geven, dat ons leven zelf ook vruchtbaar zij. Laat in goede daden ’t woord van uw genade opgaan, sterk en vrij. AVONDGEBED Wij bidden u, Heer, wees genadig bij ons in ons huis. Laat ons onder uw bescherming mogen rusten. Neem weg onze onrust en vermoeidheid, opdat wij U op de nieuwe dag opnieuw mogen prijzen. Laten wij bidden voor de kerk: geef haar moed en geloof om op uw Woord te vertrouwen en uit uw liefde te leven. Laten wij bidden voor de vrede: geef wijsheid en zachtmoedigheid aan ons en aan hen, die ons regeren. Laten wij bidden voor de bedroefden: troost hen, Heer, en sta hun bij. Laten wij bidden voor de zieken: omgeef hen, Heer, met uw nabijheid Stilte Onze Vader die in de hemel zijt uw Naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid. Tot in eeuwigheid. Amen. stil gebed ONZE VADER…. AVONDLIED – LB 248 1 De dag, door uwe gunst ontvangen, is weer voorbij, de nacht genaakt; en dankbaar klinken onze zangen tot U, die ’t licht en ’t duister maakt. 2 Die dan, als onze beden zwijgen, als hier het daglicht onderduikt, weer nieuwe zangen op doet stijgen, ginds waar de nieuwe dag ontluikt. 3 Zodat de dank, U toegezonden, op aard nooit onderbroken wordt, maar steeds opnieuw door mensenmonden gezongen en gesproken wordt. 4 Voorwaar de aarde zal getuigen van U, die thans en eeuwig zijt, tot al uw schepselen zich buigen voor uwe liefd´ en majesteit. ZEGENWENS v. De Heer schenke ons zijn zegen Hij beware ons voor onheil en geleide ons tot eeuwig leven. g. Amen. v. Laten wij God loven. g. Danken wij de Heer. ORGELSPEL |
terug |