woensdag 30 juni 2021 om 19:30Woensdagavondgebed vanuit de Protestantse Kerk in MegchelenVoorganger(s): ds. Jan Fischer, ds. Gerjanne van der Velden.ds. Theo Menting Tekst(en): Handelingen 13 : 42-52 Organist: Atze Douma
WOENSDAGAVONDGEBED 19.30 uur -
voorgangers: ds. Jan Fischer ds. Theo Menting, ds. Gerjanne van der Velde organist: Atze Douma Het geluid van het woensdagavondgebed wordt rechtstreeeks uitgezonden via Kerkdienst Gemist.Als u hier klikt, opent zich een nieuw venster en kunt u het geluid van de dienst live meebeleven. U kunt de orde van dienst hier downloaden. Als u deze dan uitprint kunt u de dienst op het hele scherm van uw computer, tablet of telefoon zien. = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Orgelspel Stilte Aansteken van de kaarsen mensen thuis worden uitgenodigd een kaars of een lichtje aan te steken. Openingsvers Die ons voor het licht gemaakt hebt dat wij leven spreek licht wees hier aanwezig in uw naam ik zal er zijn. LB 602 1 Met niets van niets zijt Gij begonnen, hebt sprakeloos het licht gezegd, de tijd bepaald, het land gewonnen, de zeeën op hun plaats gelegd. 2 De ban der duisternis gebroken en het werd morgen, dag na dag, een wereld in het licht gesproken, een mensheid die beginnen mag. 3 Geen eind in zicht. Geen rust gevonden. Het langste deel nog niet gegaan. Geen engel met ons mee gezonden om nacht en ontij te verslaan. 4 Met licht van licht hebt Gij geschreven uw boek dat ons het leven redt, de woorden van uw trouw gegeven. En van dit lied de toon gezet.
Psalmgebed – Psalm 27 'Jij mijn licht en bevrijding wat zou ik nog bang zijn, voor wie? Jij mijn vaste burcht, wie zou ik duchten? Mijn bedreigers zijn op weg gegaan ze lusten me rauw mijn doodsvijand komt eraan – kom maar op, bestorm me maar duizend tegen één, ik sta mijn hart kan het aan. Dit ene heb ik jou gevraagd: dat ik mag zijn met jou. Als jij mijn licht bent vrees ik niemand, als jij mijn rots bent sta ik sterk. Dit ene heb ik jou gevraagd: dat ik mag zijn van jou. Als jij mijn plaats bent woon ik veilig, bij jou in huis ben ik goed af. Hoor je mijn stem wel? Ja, jij, je hoort me wel. Ik hoor jou ook, in mijn hart hoor ik jouw antwoord. Zoek mijn aangezicht, zeg je. Verberg je dan nooit meer voor mij. Wat mijn vader deed: weggaan, wat mijn moeder deed: weggaan van mij, doe dat nooit iemand aan, jij. O als ik toch niet overtuigd was dat ik jouw licht en bevrijding zal zien nog in mijn levensdagen, hoe moest ik verdergaan? Ik wacht af mijn hart kan jou aan.' Orgelspel Schriftlezing – Handelingen 13: 42-52
[42] Toen Paulus en Barnabas de synagoge verlieten, kregen ze het verzoek om de volgende sabbat opnieuw over dit onderwerp te spreken. [43] Na afloop van de samenkomst liep een groot deel van de Joden en de vrome proselieten met Paulus en Barnabas mee, die hen toespraken en hen aanspoorden zich over te geven aan de goedgunstigheid van God. [44] De volgende sabbat kwam bijna de hele stad bijeen om naar het woord van de Heer te luisteren. [45] Bij het zien van de mensenmenigte werden de Joodse leiders jaloers en begonnen ze de woorden van Paulus op godslasterlijke wijze verdacht te maken. [46] Maar Paulus en Barnabas zeiden onomwonden: ‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen wenden. [47] Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.”’ [48] Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich en spraken ze vol lof over het woord van de Heer, en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof. [49] Het woord van de Heer verspreidde zich over de hele streek. [50] De Joden hitsten echter de vrome vrouwen uit de hogere kringen op, evenals de vooraanstaande burgers van de stad, en wisten hen zover te krijgen dat ze zich tegen Paulus en Barnabas keerden, zodat die uit het gebied werden verdreven. [51] Maar zij schudden het stof van hun voeten omdat ze niets meer met hen te maken wilden hebben en vertrokken naar Ikonium. [52] De achterblijvende leerlingen waren vervuld van vreugde en van de heilige Geest. Stilte Orgelspel Lied 139d Heel het duister is vol van luister door uw licht, de nacht is als de dag net zo helder. Avondgebed Heer, als de dag nacht wordt laten wij ons – door slaap overmand – los, in ultieme overgave aan wie anders dan U. Terugziende op wat was kunnen wij niet anders dan rekenen op uw zegen. Deze dag, van U een open boek. Wilt U zich buigen over wat wij deden wat wij dachten wat wij zagen wat wij voelden Wilt U uw licht laten schijnen over deze dag van ons leven die nu is vervlogen. Wil de mensen zegenen die ons passeerden zonder dat wij hen zagen. Wil de gaten vullen die wij lieten vallen. Vergeef wat niet was naar uw wil niet wetend wat uw wil was. Heer, wij geven ons over.
Stil gebed Onze Vader Onze Vader Die in de Hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd; Uw Koninkrijk kome; Uw wil geschiede, gelijk in de Hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de Boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen. Avondlied LB 243 1 O Heer mijn God, ook deze nacht zij lof en eer U toegebracht omdat Gij dag en duister schept en ons het licht gegeven hebt. 4 Is deze arbeidsdag voorbij, dat mij de slaap een balsem zij. Dan zal ik zijn in ’t nieuwe licht als een die graag zijn dienst verricht. 5 Wanneer mij slapeloosheid kwelt, geef dat uw Geest mij vergezelt. Laat mij niet raken in de macht der boze geesten van de nacht. 6 De dromen gaan hun eigen weg, neem Gij het duister dreigen weg. Verjaag de wolven van uw schaap, want ik ben weerloos als ik slaap. 7 Loof God de Heer die eeuwig leeft, alles uit niets geschapen heeft, die ons tot aan zijn dag behoedt en onze ogen open doet!
Zegenbede Moge de God van liefde, Orgelspel |
terug |