woensdag 3 maart 2021
om 19:30
Woensdagavondgebed vanuit de Protestantse Kerk in Silvolde
Voorganger(s): ds. Henriette Nieuwenhuis, ds. Jan Fischer, ds. Theo Menting, ds. Gerjanne van der Velde
Tekst(en): Marcus 6: 45-52 (Jan)
Organist: Wilco Kleinhesselink
PROTESTANTSE GEMEENTEN
Silvolde, Etten-Terborg-Ulft,
’s Heerenberg-Zeddam, Gendringen-Bontebrug
WOENSDAGAVONDGEBED
3 maart 2021
vanuit de protestantse kerk in Silvolde
19.30 uur - uitzending via www.kerkdienstgemist.nl
voorgangers: ds. Henriette Nieuwenhuis, ds. Jan Fischer, ds. Theo Menting, ds. Gerjanne van der Velde
organist: Wilco Kleinhesselink
U kunt de orde van dienst hier downloaden.
Als u deze dan uitprint kunt u de dienst op het hele scherm van uw computer, tablet of telefoon zien.
Orgelspel
Stilte
Aansteken van de kaarsen (Henriette)
mensen thuis worden uitgenodigd een kaars of een lichtje aan te steken.
Openingsvers (Henriette)
Gezegend Gij
van hier tot waar ter wereld
o lieve God en Vriend
groot om ons heen
die was en is en komt.
Orgelspel
Psalmgebed – Psalm 7-vrij (Gerjanne)
Toen ze me bijna hadden, mijn achtervolgers,
werd Gij mijn vrijplaats -
leeuwen kwamen op me af
één had mijn ziel al verslonden.
Als ik vals ben
goed met kwaad vergeld, een arme besteel,
laat mij dan vallen
lever mij dan maar over aan mijn vijand
dat hij mij de grond intrapt.
Kom overeind, wees verontwaardigd, Gij
sta groot op, versper ze de weg, mijn belagers,
doe recht.
Gij die oordeelt de wereldgemeenschap,
oordeel ook mij.
Ren hen die zuiver van hart zijn, Gij,
onkreukbare rechter.
De booswichten wetten hun zwaarden
spannen hun boog, leggen aan -
vuurschichten schieten zij af, doods-pijlen.
In vernietiging zwelgend, zwanger van onheil
baren zij waanzin, graven hun eigen afgrond
vallen tot op de bodem
al hun klappen krijgen zij terug -
ach jullie, in elkaar gebeukte schedels.
Gezegend Gij om uw gerechtigheid,
ik zing uw naam tot in de hemel.
Orgelspel
Lezing: Marcus 6: 45-52 (Jan)
Meteen daarna gelastte hij zijn leerlingen in de boot te stappen en alvast naar de overkant te varen, naar Betsaïda; intussen zou hijzelf de menigte wegsturen.
Nadat hij afscheid van de mensen had genomen, ging hij de berg op om er te bidden. Bij het vallen van de avond was de boot midden op het meer, en hij was alleen aan land.
Toen hij zag dat de leerlingen door de hevige tegenwind maar nauwelijks vooruitkwamen, hoe hard ze ook roeiden, liep hij tegen het einde van de nacht over het meer naar hen toe, en hij wilde hen voorbijlopen.
Toen ze hem over het water zagen lopen, dachten ze dat hij een geestverschijning was en ze schreeuwden het uit. Ze hadden hem allemaal gezien en raakten in paniek. Maar hij sprak hen meteen aan en zei: Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang.
Hij stapte bij hen in de boot en de wind ging liggen. Zijn leerlingen waren helemaal van hun stuk gebracht. Ze waren niet tot inzicht gekomen door wat er met de broden was gebeurd, omdat ze hardleers waren.
Stilte
Orgelspel - LB 559: 1 en 2
Gij die ver voor ons uit
doordrong in ’t land der angst,
help ons in ’t donker, o
Heer, U te vinden.
Gij die al onze schuld
in uw vergeving draagt,
Jezus, voor eeuwig.
Avondgebed (Theo)
Die om mij smeekt,
die ik heb afgeweerd
zolang ik kon.
Die mij niet sleurde,
niet duwde,
maar wenkte over uw drempel.
Die de sluier van mijn angst
niet scheurde,
maar optilde.
Die met enkel uw stem
mij zo vermurwde
dat ik wilde.
Ooit door geruchten over U geknecht.
Nu zonder angsten
eindelijk verwacht ik U.
Die om mij smeekt,
die ik heb afgeweerd
zolang ik kon.
Stilte
Onze Vader (Theo)
Onze Vader in het verborgene
uw Naam moet worden gekend en volbracht
uw rijk van vrede zal worden gevestigd
uw wil geschiede: hemel op aarde.
Geef ons vandaag ons brood, en morgen -
scheld kwijt onze schulden
zoals wij kwijt schelden een ander zijn schuld.
En beproef ons niet boven onze kracht.
En bevrijd ons uit de macht van onrecht.
Want van U is de toekomst
en alle kracht in ons is van U
en alle heerlijkheid komt U toe
in eeuwigheid. Amen.
Orgelspel – LB 247: 1,2
Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt.
De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt.
Andere helpers, Heer, ontvallen mij.
Der hulpelozen hulp, wees mij nabij.
Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt.
Alles verdoft wat glans bezat en gloed.
Alles vervalt in ’t wisselend getij,
maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij.
Zegenbede (Jan)
Dat God ons allen
in zijn hoede houdt,
dat Hij ons kent
en onze naam bewaart,
zo zegene Hij ons
en wie ons lief zijn
ook de nachten door.
Hij die is: Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.
Orgelspel
|