zondag 30 augustus 2020
om 10:00 uur
Live uitzending vanuit de kerk in Zeddam
Voorganger(s): ds Henriëtte Nieuwenhuis
Tekst(en): Matteüs 16: 21-28
Ouderling(en): Ernst Haagsman
Organist: Joop Agelink
Diaken: |
Bert Veld |
Ouderling-kerkrentmeester: |
Harry Wentink |
Koster: |
Fred Heuvel |
Beeld en Geluid: |
Fred Heuvel |
U kunt de liturgie hier downloaden en thuis eventueel printen.
Orgelspel
Woord van welkom – door de ouderling van dienst
Stilte
De kaarsen op tafel worden aangestoken
Bemoediging en groet
Verbindende woorden
Lied: 275: alle verzen
Gij zijt niet ver van wie U aanbidden,
niet hoog en breed van ons vandaan.
Gij zijt zo mens´lijk in ons midden
dat Gij dit lied wel zult verstaan.
|
Gij zijt in alles diep verscholen,
in al wat leeft en zich ontvouwt.
Maar in de mensen wilt Gij wonen
met hart en ziel aan ons getrouwd.
|
Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen
en niemand heeft U ooit gezien.
Maar wij vermoeden en geloven
dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.
|
Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
waar ook ter wereld mensen zijn.
Blijf zo genadig met ons bezig,
tot wij in U volkomen zijn.
|
Gebed
Schriftlezing: Matteüs 16: 21-28 (door Harry Wentink)
Vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, en dat hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt. Petrus nam hem ter zijde en begon hem fel terecht te wijzen: 'God verhoede het, Heer! Dat zal u zeker niet gebeuren!' Maar Jezus keerde hem de rug toe met de woorden: 'Ga terug, achter mij, Satan! Je zou me nog van de goede weg afbrengen. Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.'
Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: 'Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen. Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden. Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als hij er het leven bij inschiet? Wat zou een mens niet over hebben voor zijn leven? Wanneer de Mensenzoon komt, in gezelschap van zijn engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader, dan zal hij iedereen naar zijn daden belonen. Ik verzeker jullie: sommigen van de hier aanwezigen zullen niet sterven voor ze de komst van de Mensenzoon en zijn koninklijke heerschappij hebben meegemaakt.'
Lied: 941: alle verzen
2 Gij maakt mij steeds meer vreemdeling.
Ontvreemdt Ge mij dan, ding voor ding,
al 't oude en vertrouwde?
O blinde schrik,
mijn God, mag ik
niet eens mijzelf behouden?
|
3 Want ik zie voor mij kruis na kruis
mijn weg langs en geen enkel huis
waar ik nog rust zou vinden.
Kom ik zo echt
bij U terecht,
ben ik wel uw beminde?
|
4 Spreek Gij dan in mijn hart en zeg,
dat het zo goed is, dat die weg
ook door uw Zoon gegaan is,
en dat uw land
naar alle kant
niet ver bij mij vandaan is.
|
|
Verkondiging
Orgelspel
Lied: 835: alle verzen
2
Valt de weg ons lang, |
zijn wij klein en bang, |
sterk ons, Heer, om zonder klagen |
achter U ons kruis te dragen. |
Waar Gij voor ons tradt, |
is het rechte pad. |
|
3
Krimpt ons angstig hart |
onder eigen smart, |
moet het met de ander lijden, |
Jezus, geef ons kracht tot beide. |
Wees Gij zelf het licht |
dat ons troost en richt. |
|
4
In de woestenij,
Heer, blijf ons nabij
met uw troost en met uw zegen
tot aan 't eind van onze wegen.
Leid ons op uw tijd
in uw heerlijkheid.
|
|
|
|
Gebeden (dankgebed – voorbeden – stil gebed – Onze Vader)
Mededelingen – door de diaken van dienst.
Lied: 801: alle verzen
2 Lied'ren zingend vol vertrouwen
tot in het voltooide licht
broeder broeder zal aanschouwen
staande voor Gods aangezicht.
|
3 Door de nacht leidt ons ten leven
licht dat weerlicht overal,
dat ons blinkend zal omgeven,
als ons God ontvangen zal.
|
4 In ons hart is dit de luister,
dit de liefde die ons leidt
op de kruistocht door het duister
naar de lichte eeuwigheid.
|
5 Met een lied uit duizend monden
gaan wij zingend door de nacht,
door een Geest tesaam verbonden,
naar de kust waar God ons wacht.
|
6 Een van hart en een van zinnen,
een in onze aardse strijd,
in ons hemels overwinnen,
een in tijd en eeuwigheid.
|
7 Zo gaan wij hier met elkander
door de nacht op weg naar huis,
pelgrims die uit alle landen
samenkomen om het kruis.
|
8 Die aan kruis en graf ontheven
zullen zingen lof en prijs
aan den Heer van dood en leven
in zijn zalig paradijs. |
|
Zegen
Afsluitende woorden
|