Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken en weven niet. (Matteüs 6: 28)
zondag 21 juni 2020 om 10:00Live uitzending vanuit kerk in ZeddamVoorganger(s): ds. Frans Gijzel uit Leiden Tekst(en): Matteus 6: 25 - 34 Ouderling(en): Sijnie Heuvel Organist: Joop Agelink
Diaken: Bert Veld 2 Laat uw milde morgendauw als genade tot ons komen en de dorstige landouw van ons leven overstromen, ja, verkwik ons door uw troost onverpoosd. 4. Breekt de jongste morgen aan, geef, o Opgang uit den hoge, dat wij, met U opgestaan, alle leed vergeten mogen, doe ons opgaan tot uw feest onbevreesd. Stille voorbereiding Votum en groet Psalm 104: verzen 1 en 2; 10 t/m 28; 33 en 34 1 Prijs de HEER, mijn ziel. HEER, mijn God, hoe groot bent u. Met glans en glorie bent u bekleed, 2 in een mantel van licht gehuld. U spant de hemel uit als een tentdoek. 10 U leidt het water van de bronnen door beken, tussen de bergen beweegt het zich voort. 11 Het drenkt alles wat leeft in het veld, de wilde ezels lessen er hun dorst. 12 Daarboven wonen de vogels van de hemel, uit het dichte groen klinkt hun gezang. 13 U bevloeit de bergen vanuit uw hoge zalen, de aarde wordt verzadigd en vruchtbaar: 14 gras laat u groeien voor het vee en gewassen die de mens moet verbouwen. Zo zal hij brood winnen uit de aarde 15 en wijn die het mensenhart verheugt, geurige olie die het gelaat doet stralen, ja, brood dat het mensenhart versterkt. 16 De bomen van de HEER zuigen zich vol, de ceders van de Libanon, door hemzelf geplant. 17 De vogels bouwen daar hun nesten, in hun kronen huizen de ooievaars. 18 De hoge bergen zijn voor de steenbokken, in de kloven schuilen de klipdassen. 19 U hebt de maan gemaakt voor de tijden, de zon weet wanneer zij moet ondergaan. 20 Als u het duister spreidt, valt de nacht, en alles wat leeft in het woud gaat zich roeren. 21 De jonge leeuwen gaan uit op roof, brullend vragen zij God om voedsel. 22 Bij zonsopgang trekken zij zich terug en leggen zich neer in hun legers. 23 De mensen gaan aan het werk en arbeiden door tot de avond. 24 Hoe talrijk zijn uw werken, HEER. Alles hebt u met wijsheid gemaakt, vol van uw schepselen is de aarde. 25 Zie hoe wijd de zee zich uitstrekt. Daar wemelt het, zonder tal,van dieren, klein en groot. 26 Daar bewegen de schepen zich voort, daar gaat Leviatan, door u gemaakt om ermee te spelen. 27 En allen zien ernaar uitdat u voedsel geeft, op de juiste tijd. 28 Geeft u het, dan doen zij zich te goed, opent zich uw hand, dan worden zij verzadigd. 33 Voor de HEER wil ik zingen zolang ik leef, een lied voor mijn God zolang ik besta. 34 Moge mijn lofzang de HEER behagen, zoals ik mijn vreugde vind in hem. Lied: 216: 1, 2, 3 2.Dauw op de aarde zonlicht van boven, vochtige gaarde, geurig als toen. Dank voor gewassen, grassen en bomen, al wie hier wandelt, ziet het is goed. 3.Dag van mij leven, licht voor mijn ogen, licht dat ooit speelde waar Eden lag. Dank elke morgen Gods nieuwe schepping, dank opgetogen Gods nieuwe dag. Gebed Schriftlezing door de ouderling van dienst: Matteüs 6: 25 - 34. 26 Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? 26 Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt Zijn jullie niet meer waard dan zij? 27 Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen? 28 En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken en weven niet. 29 Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. 30 Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? 31 Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” – 32 dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. 33 Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. 34 Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last. Lied: 979: 1, 7, 8, 10, 14. 7
De vogels die daar vliegen, zij geven hoog van God, zij geven van de liefde van God de Vader op! 8 De bloemen en de heesters als sluiers van een bruid breiden het vuur des geestes over de aarde uit. 10 zij vliegen zo voortvarend, zij wiegen in de wind en zingen op de aarde de zon die overwint. 14 God immers houdt op aarde wat leeft in staat en stand. Hij zal ook ons bewaren, wij eten uit zijn hand. Verkondiging Orgelspel Dienst der gebeden Dankzegging (stille) voorbeden, Onze Vader. Afkondigingen door de diaken van dienst. Lied: 154 B: 1, 6, 7, 8, 9 6 Alles wat op aarde groeit, wat ontkiemt en wat er bloeit, wees een kleurig lofgedicht voor zijn vriend'lijk aangezicht. 7 Vogels, vissen, wild en vee, dieren hoog en laag, doe mee, ieder met uw eigen stem, in het feestconcert voor Hem. 8 En gij mensen, allen saam, zegen nu de hoge naam, voeg u in het grote koor van zijn volk de eeuwen door. 9 Want in ’t dodelijke uur gaat Hij voor ons door het vuur en Hij zal ons op doen staan om Hem achterna te gaan. Uitzending en Zegen. Allen: Amen....... Orgelspel |
terug |