zaterdag 11 april 2020
om 21:00
Kerk in Silvolde Stille Zaterdag
Voorganger(s): ds Gerjanne van der Velde uit Silvolde (Kanselruil )
Protestantse Gemeenten Etten/Terborg/Ulft - ’s Heerenberg/Zeddam - Silvolde - Gendringen-Bontebrug
PAASWAKE
11 april 2020
uitzending vanuit Silvolde
www.kerkdienstgemist.nl
voorgangers: ds. Henriëtte Nieuwenhuis, ds. Gerjanne van der Velde,
ds. Theo Menting
organist: Harrie Scheffer
techniek: Gerard Bongers, Wim Lammers
__________________________________________________________
Het verhaal van de schepping Genesis (vert. H. Oosterhuis) ds. Theo Menting
Orgelspel
Het verhaal van de uittocht - Exodus 14: 15 - 31
ds. Henriëtte Nieuwenhuis
Orgelspel
Het visioen van Ezechiël 37, 1-14
ds. Gerjanne van der Velde
Orgelspel
Binnendragen van het licht. Diaken Silvolde
De brandende Paaskaars wordt in het midden neergezet.
Lied 600 - Licht ontloken aan het donker
Gebed
ds. Gerjanne van der Velde
De diakens van de andere gemeenten steken hun paaskaars aan
ondertussen klinkt het ALLELUIA!
Het verhaal van de Opstanding - Mattheüs 28, 1 - 8
ds. Henriëtte Nieuwenhuis
Na de sabbat, toen de ochtend van de eerste dag van de week gloorde, kwam Maria uit Magdala met de andere Maria naar het graf kijken. Plotseling begon de aarde hevig te beven, want een engel van de Heer daalde af uit de hemel, liep naar het graf, rolde de steen weg en ging erop zitten. Hij lichtte als een bliksem en zijn kleding was wit als sneeuw.
De bewakers beefden van angst en vielen als dood neer. De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft. En ga nu snel naar zijn leerlingen en zeg hun: “Hij is opgestaan uit de dood, en dit moeten jullie weten: hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zul je hem zien.”
Dat is wat ik jullie te zeggen had.’
Orgelspel
Water wordt in de doopschaal gestort
Geloofsbelijdenis
Gebeden
ds. Gerjanne van der Velde en ds. Henriëtte Nieuwenhuis
Gedicht
ds. Theo Menting
Het zal in alle vroegte zijn
als toen.
De steen is weggerold.
Ik ben uit de grond opgestaan.
Mijn ogen kunnen het licht verdragen.
Ik loop en struikel niet.
Ik spreek en versta mijzelf.
Mensen komen mij tegemoet -
wij zijn in bekenden veranderd.
De ochtendmist trekt op.
Ik dacht een dorre vlakte te zien.
Volle schoven zie ik, lange halmen, aren
waarin de korrel zwelt.
Bomen omranden het bouwland.
Heuvels golven de verte in,
bergopwaarts, en worden wolken.
Daarachter
kristal geworden verblindend
de zee die haar doden teruggaf.
Wij overnachten in elkaars schaduw.
Wij worden wakker van het eerste licht.
Alsof iemand ons bij naam en toenaam
heeft geroepen.
Dan zal ik leven.
Zegen
ds. Gerjanne van der Velde
2, De ballingen keren
zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw
tot aan de einden der aarde
één voor één, en voorgoed,
die keren in stoeten.
Als beken vol water
als beken vol toesnellend water
schietend omlaag van de bergen.
Met lachend en juichen -
die zaaiden in tranen
die keren met lachen en juichen.
3. De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan
en onder stenen bedolven
dode, dode, sta op,
het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken
een stem zal ons roepen: Ik open
hemel en aarde en afgrond.
En wij zullen horen
en wij zullen opstaan
en lachen en juichen en leven.
|